Op 11 maart 2021 werd de wet tot hervorming van boek XX van het Wetboek van Economisch Recht door de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers goedgekeurd. Wat is de impact voor uw onderneming?
Sinds 1 februari 2021 is het moratorium op faillissementen niet meer van kracht en kunnen ondernemingen opnieuw failliet verklaard worden. Om aan de vele bekommernissen tegemoet te komen, beloofde de overheid o.m. om de bestaande procedure van de gerechtelijke reorganisatie nieuw leven in te blazen en de toegang tot de procedure te versoepelen.
Op 11 maart 2021 werd de wet tot hervorming van boek XX van het Wetboek van Economisch Recht door de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers goedgekeurd.
Volgende wijzigingen springen in het oog:
1. Makkelijkere toegang tot de procedure gerechtelijke reorganisatie
De drempel tot de gerechtelijke reorganisatie procedure wordt verlaagd. De verplichting tot onmiddellijke neerlegging van bepaalde stukken op het ogenblik van de neerlegging van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, wordt aanzienlijk versoepelt. Men schrapt de sanctie van de niet-ontvankelijkheid ingeval de vereiste stukken niet gevoegd zijn bij het verzoekschrift op het ogenblik van de neerlegging. Deze stukken kunnen later nog worden bijgebracht, meer bepaald uiterlijk 2 dagen voor de zitting en, ingeval deze stukken niet voorhanden zijn, kan men de situatie regulariseren door in een nota uit te leggen waarom deze stukken niet voorgelegd kunnen worden.
Agio is al geruime tijd vragende partij voor de versoepelingen van de toegangsvoorwaarden. Deze versoepelingen kunnen o.i. dan ook enkel worden bijgetreden.
2. Het voorbereidend akkoord
Het voorbereidend akkoord is volledig nieuw en overgewaaid vanuit de Verenigde Staten (de zgn. “pre-packaged insolvency”). De doelstelling van deze procedure is dat de schuldenaar, bijgestaan door een gerechtsmandataris, vertrouwelijk kan aftoetsen of er een minnelijk of collectief akkoord bekomen kan worden met de schuldeisers. De gerechtsmandataris zal de gesprekken en de onderhandelingen met de schuldeisers faciliteren. De aanstelling van de gerechtsmandataris leidt evenwel niet automatisch tot de opschorting van de middelen van tenuitvoerlegging van de schuldeisers (bv. uitvoerend beslag). Doch, tegen kwaadwillige schuldeisers kunnen maatregelen genomen worden waarbij er bepaalde voorwaarden en/of termijnen worden toegestaan voor een deel van de schulden en dit voor een maximum van 4 maanden. Hierdoor kunnen schuldeisers toch geconfronteerd worden met een tijdelijke opschorting van hun middelen van tenuitvoerlegging.
Het reorganisatieplan of het minnelijk akkoord dat door de gerechtsmandataris onderhandeld werd, kan vervolgens op korte termijn gehomologeerd worden gelet op het voorbereidend werk.
3. Fiscaal “level playing field”
Het buitengerechtelijk minnelijk akkoord was voordien niet interessant voor investeerders, aangezien de herstructurering fiscaal niet neutraal was. Deze wetswijziging maakt hier nu komaf mee.
4. Onbestuurbaarheid van de onderneming
Indien er sprake zou zijn van gebeurtenissen die leiden tot de onbestuurbaarheid van de onderneming of wanneer kennelijke tekortkomingen van de schuldenaar of van een van zijn organen, de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen, kan de voorzitter op verzoek van de schuldenaar een gerechtsmandataris aanstellen.
In de vorige wetgeving kon dit enkel op verzoek van het openbaar ministerie of een belanghebbende.
5. De stemmingszitting
De stemmingszitting kan voortaan ook gebeuren via elektronische communicatie. Wat men precies bedoelt met elektrische communicatie is nog onduidelijk.
6. Inwerkingtreding
De wijzigingen zijn in werking getreden op 26 maart 2021. Ze hebben evenwel slechts een tijdelijk karakter. Een belangrijk deel van de nieuwe maatregelen treden buiten werking op 30 juni 2021, maar kunnen bij Koninklijk Besluit verlengd worden. Een verlening van de maatregelen zal zich o.i. in ieder geval opdringen.
Conclusie
De impact van de besproken wijzigingen op de economische moeilijkheden waarmee ondernemingen thans geconfronteerd worden en op (toekomstige) faillissementen, valt nog af te wachten. De wetswijziging is echter wel een eerste stap in de juiste richting. Samen met de andere maatregelen kan dit een belangrijke dam vormen om weerstaand te bieden aan de stortvloed van faillissementen die op ons af komt.